Een bericht dat wij vaak ontvangen: mijn kindje sliep altijd goed, maar ineens is het hele ritme in de war of komt mijn kindje maar moeilijk in slaap. Je kindje gaat ineens hazenslaapjes doen of wordt ’s nachts regelmatig wakker. Een grote kans dat je kindje dan in een slaapregressie zit. En hoewel we het een slaapregressie noemen, is het eigenlijk juist een progressie. Je kindje maakt namelijk zoveel ontwikkelingen door, waardoor ze minder goed kunnen gaan slapen. Een grote stap vooruit dus voor je kindje!
Na de slaapregressie zie je dan vaak ook ineens dat je kindje nieuwe dingen heeft geleerd zoals bijvoorbeeld kruipen of staan. Vaak zie je ook dat ze na de slaapregressie ook weer heerlijk kunnen slapen. Dit geldt vaak wel alleen voor de kinderen die vóór de slaapregressie ook al goed sliepen. Is jouw kindje nooit een goede slaper geweest? Dan kan het slapen een extra uitdaging worden tijdens en na een slaapregressie. In dit artikel zullen we je meer vertellen over de slaapregressies per leeftijd en wat je kan doen om je kindje zo goed mogelijk te helpen tijdens de slaap regressies.
Wanneer zit mijn kind in een slaapregressie?
Er zijn verschillende periodes wanneer je kindje in een slaapregressie kan zitten. De periodes kunnen we als volgt indelen:
Slaapregressie 4 maanden
Per slaapregressie leert je kindje weer nieuwe dingen. Het is natuurlijk ook niet niks om op te groeien en alle nieuwe indrukken en vaardigheden onder de knie te krijgen. Zodra je baby rond de 4 maanden is, kan je te maken krijgen met de eerste slaapregressie. Tijdens/na deze periode zal je merken dat je kindje heeft leren omrollen en dat ze steeds meer de wereld om hun heen gaan ontdekken. Deze slaapregressie wordt door de meeste ouders als meest pittig ervaren. Het is natuurlijk de eerste slaapregressie die je als ouder ervaart en vaak weet je dan niet goed wat er aan de hand is. Waarom slaapt mijn kindje ineens minder goed en hoe ga ik hiermee om? Niet gek dat er tijdens deze leeftijd de meeste slaapassociaties ontstaan. Het belangrijkste is om je in elk geval aan je vaste slaapschema vast te houden.
Tips:
Houd vast aan een consistent bedritueel.
Geef je baby de ruimte om nieuwe vaardigheden, zoals omrollen, overdag te oefenen.
Slaapregressie 8 maanden
De tweede slaapregressie ervaart je kindje als hij 8 maanden oud is. Tijdens deze slaapregressie leert jouw kindje kruipen. Vaak herken je dit al eerder, omdat je baby al eens eerder een slaapregressie heeft doorgemaakt. Een slaapregressie is overigens altijd rond een bepaalde periode. Zo kan het ook zijn dat jouw kindje deze bijvoorbeeld met 7 of 9 maanden doormaakt. Ieder kindje is uniek en heeft dus ook een eigen, unieke ontwikkeling.
Tips:
Zorg voor een rustige, vertrouwde slaapomgeving.
Bied troost, maar voorkom dat je nieuwe slaapassociaties aanleert.
Slaapregressie 12 maanden
Hoera! Je kindje is 1 jaar! De baby periode is nu officieel voorbij en dat zal je kindje laten weten ook. Naast de verjaardag, ben je rond deze periode ook vaak druk met het slaappatroon waar je kindje een feest van maakt.
Kinderen beginnen gemiddeld met lopen rond hun eerste verjaardag. Daarnaast begint ook de taalontwikkeling en misschien kan je kindje al enkele woordjes benoemen. Dit heeft allemaal weer invloed op het slaapgedrag. De derde slaapregressie is dan ook in volle gang. Inmiddels weet je al wat beter hoe je hiermee kunt omgaan, maar pittig blijft zo’n periode wel!
Tips:
Blijf vasthouden aan het bestaande slaapschema.
Wees geduldig; deze fase gaat vanzelf over.
Slaapregressie 18 maanden
Zodra je kindje 18 maanden is, zal verlatingsangst een grote rol gaan spelen. Je zoon of dochter zal niet meer alleen gelaten willen worden en dit is ook ‘s nachts te merken. Bij verlatingsangst is het belangrijk om je kindje te leren dat je er nog steeds bent, ook al ziet hij je niet. Blijf dus even bij je kindje om in slaap te kunnen vallen of kom steeds even terug om een kusje te brengen. Op die manier leert jouw kindje erop te vertrouwen dat je steeds weer terugkomt.
Tips:
Geef je kindje een geruststellend object, zoals een knuffel.
Creëer een kalmerend bedtijdritueel.
Slaapregressie 24 maanden
Is je kind van 2 jaar opeens ‘s nachts wakker? Niet zo gek! Veel ouders van 2-jarige kunnen beamen dat kindjes van deze leeftijd een grote sprong in ontwikkeling maken. Vaak is dit een taalontwikkeling die er plaatsvindt. Je kindje gaat ineens een stuk meer kletsen en de woordenschat wordt uitgebreid. Heel gezellig, maar ’s nachts iets minder. Duidelijkheid en consequent zijn is op deze leeftijd echt de key.
Tips:
Bied duidelijke structuur en routine.
Zorg voor voldoende fysieke en mentale stimulatie overdag.
Waaraan herken je een slaapregressie?
Een slaapregressie herken je aan een aantal kenmerken zoals slechter slapen (terwijl dat eerder nooit een probleem was), nieuwe vaardigheden bij je kindje en korte dutjes. Zodra je kindje even wat minder goed slaapt, ga je zelf vaak al allemaal dingen verzinnen.
Zal het kunnen komen door tandjes? Is het te warm/koud? Wordt hij/zij ziek? Soms is er lastig een verklaring voor te verzinnen, maar als je let op nieuwe ontwikkelingen die je kindje doormaakt en de specifieke maanden (reken vanaf de uitgerekende datum), dan is de kans groot dat je kindje in een slaapregressie zit (als uiteraard is uitgesloten dat hij of zij bijvoorbeeld ziek is). Andere signalen waar je dit aan zou kunnen herkennen zijn:
- Moeilijk in slaap komen
- Huilerig/hangerig
- ’s nachts vaker wakker
- Geen duidelijk slaapritme meer
- Korte dutjes (hazenslaapjes)
Tips tijdens een slaapregressie:
Het meest belangrijke is om geen slaapassociaties aan te leren tijdens een slaapregressie. Slaapassociaties zijn dingen die jouw kindje nodig heeft om in slaap te kunnen vallen zoals wiegen of voeden. Als een slaap cyclus afgelopen is, heeft je kindje dat namelijk weer opnieuw nodig om slaap te komen wanneer ze tussen slaapcycli in zitten.
- Voorkom slaapassocaties
Vaak merken we dat tijdens een slaapregressie de kindjes minder goed slapen en dat ouders dan alles uit de kast gaan trekken. Houd alles hoe je het normaal ook doet: hetzelfde bedritueel en niet bijvoorbeeld in slaap voeden. Uiteraard kan je je kindje wel extra comfort bieden als hij of zij dat nodig heeft! - Help je kindje bij de ontwikkeling
Let op de nieuwe ontwikkelingen die je kindje doormaakt. Zie je dat je kindje opeens is gaan rollen of gaan staan en slaapt je kindje de laatste dagen wat minder goed? Dan kan je vaak al gauw de link leggen met een slaapregressie. Door hier bewust van te zijn, is het vaak ook makkelijker los te laten en kom je deze periode makkelijker door. Geef er aan toe en weet dat het allemaal fases zijn waar jij en je kindjes doorheen gaan! - Houd vast aan het ritme
Tijdens een slaapregressie kan je het gevoel hebben dat je kindje toe is aan een dutje minder overdag. Omdat de slaapregressie een fase is, is de kans groot dat zij hierna wel weer het dutje nodig hebben. Haal een dutje dus niet te vroeg weg, maar blijf deze nog zo’n twee weken na de slaapregressie aanbieden. Merk je dat ze dan echt het dutje niet meer willen? Dan kan je (passend met de wakker tijden), overwegen om een dutje te laten vallen.
Merk je dat je kindje na de slaapregressie nog niet lekker kan slapen en ben je op zoek naar wat hulp en handvatten? Dan kunnen wij je uiteraard helpen om goede slaapgewoonten aan te leren. Plan direct een kennismakingsgesprek zodat we samen kunnen kijken hoe we jullie kunnen helpen.